Wie de klok luidt, heeft het touw nog niet in handen.
Wie veel praat of veel lawaai maakt, is nog lang niet de baas. Ook wel een
goed bestuurder spreekt weinig. Waarschijnlijk ontstaan in de achttiende eeuw,
toen de regenten zich niet hoefden te verantwoorden voor hun besluiten.
Oproerkraaiers werd de mond gesnoerd met dit spreekwoord.
De herkomst is duidelijk voor wie ooit de klok van een kerktoren met een touw
heeft geluid. Als het luiden begonnen is, schiet het touw hoog naar boven en het
vereist kracht, behendigheid en volharding om het touw in handen te houden,
zodat de klok regelmatig kan luiden. Na afloop van een kleine en eenmalige
demonstratie-optocht kan worden gezegd "Wie de klok luidt, heeft het touw
nog niet in handen."
Bekijk alle spreekwoorden met als zoekwoord:
klok,
luidt/luiden,
touw,
handen.
|
